Vlakbij

Groot Spriel

Groot Spriel is een landgoed met kasteel in neorenaissancestijl aan de Garderenseweg 146 te Putten.

Het rijksmonument werd door architect Joannes Pannevis in 1880 gebouwd voor Wouter Blokhuis, teruggekeerde administrateur uit Indië. Voorheen stond hier boerderij Veltwijck. Na zijn overlijden in 1895 wordt het huis verkocht aan Georg Baud die het in 1900 weer verkoopt aan het echtpaar Meijer-van Loghem uit Den Haag.

Groot Spriel.
Foto: Johan Bos via Wikipedia

In 1906 werd een 25 meter hoge toren gebouwd naar ontwerp van architect L.A. van Essen. Boven in deze zware hoektoren bevindt zich een groot uurwerk. Op de begane grond bevinden zich verschillende kelderruimtes. Het monument heeft marmeren schouwen in jugendstil, hoge plafonds, glas in lood en is voorzien van bijzonder houtsnijwerk.

In 1913 kwam het beheer in handen van landheer Johan Willem van Doorninck , die het landgoed tot 1968 bewoonde en liet uitbreiden. Na een brand tijdens filmopnamen in 1988 raakte het kasteeltje in verval. In 1996 volgde een grote renovatie.

Landgoed Schovenhorst

Ook Landgoed Schovenhorst is een landgoed bij Putten op de Veluwe, gesticht in 1848. Op het landgoed is lange tijd geëxperimenteerd met allerlei boomzaden. Tegenwoordig stelt men recreatieve en educatieve activiteiten centraal rond het het thema natuur-cultuur. (bron: Wikipedia).

Het Landgoed heeft een bijzondere belevenis te bieden: een bos bovenop de Bostoren! Niet alleen dit bos is bijzonder. Ook de weg ernaartoe is een avontuur op zich, het is een prachtige wandeling met grafheuvels.

De Bostoren

De Bostoren is een klim van 235 treden. Het uitzicht op de top is beslist de moeite waard. Met het bos onder je, kijk je uit over Amersfoort, de Veluwe en de windmolens in de polder. Ook in de toren zelf is van alles te beleven: een wand met nestkasten en een ijzingwekkend klimnet.

Eenmaal op de top van dit architectonische hoogstandje word je beloond met een prachtig uitzicht. Beklim de 40 meter hoge Bostoren en ontdek het met eigen ogen!

Speulder- en Sprielderbos

Het Speulder- en Sprielderbos is een circa 3.300 hectare groot aaneengesloten bosgebied in het noordwesten van de Veluwe ten oosten van Putten.

Het gebied ligt in het noordwesten van de Veluwe, oostelijk van Putten in de gemeenten  Putten (Sprielderbos) en Ermelo (Speulderbos). Het maakt deel uit van het door Europese regelingen beschermde Natura 2000-gebied de Veluwe. Het gebied strekt zich uit globaal tussen Putten en in het zuiden tot het dorp Garderen en het Houtdorperveld, het gehucht Speuld en de Ermelose heide in het oosten en noorden.

Het Speulderbos, beslaat zo’n 300 hectare vooral in de omgeving van het gehucht Drie, waar de bomen door hun grillige vorm lijken te dansen. Het Speulderbos wordt in de volksmond dan ook het “bos van de dansende bomen” genoemd.

Het Speulder- en Sprielderbos is door de stuwwal een hooggelegen bos, met bij Drie een hoogste punt op ruim 55 meter boven zeeniveau. Er zijn echter nauwelijks steile hellingen te vinden. Het smeltende landijs van de laatste ijstijd heeft hier dalen grond uitgesleten maar ook veel grind en leem afgezet.

Het Solse Gat

Midden op de Veluwe – in het bos tussen Putten, Garderen en Drie – ligt Het Solse Gat (officieel Solsche Gat).

Het Solse Gat is een zogenaamde leemkuil waar boeren op de Veluwe leem afgroeven. Waarschijnlijk is de kuil al ontstaan tijdens de voorlaatste ijstijd als een pingoruïne. Een grote klomp ijs in de bodem liet bij het smelten een grote krater achter. Onder in het gat is een moerassig terrein ontstaan met daarin een poel. In het drassige Solse Gat is een voor de Veluwe bijzondere plantengroei ontwikkeld. Zo groeien hier het waterdrieblad, de slanke sleutelbloem en de bosanemoon. Voor het wild in dit deel van de Veluwe vormt de poel een drinkplek. Amfibieën als kleine watersalamanders en padden planten zich in het moerassig gebied voort. Omdat verdroging van het Solse Gat dreigde heeft Staatsbosbeheer in 2002 de poel weer hersteld.

Het Solsche gat.
Foto: Gouwenaar, via Wikimedia Commons

DE LEGENDE
Het Solse gat dankt zijn naam aan de Germaanse Zonnegod Sol, die vereerd werd door de Germaanse bevolking die op dat moment in de omgeving van het gat leefden. Zij offerden fruit in het Solse Gat aan de god. Volgens de volkslegende stond op deze plaats eens een machtig klooster met veel torens. Volgens het verhaal, heulden monniken in het daar gelegen klooster met de duivel. Ze leidden een leven van overdaad en weelde.

Midden in de nacht werd de zwarte mis gelezen waar alle heksen en spoken uit de omgeving aan deelnamen. Men dronk wijn uit emmers en de hele nacht werden er overvloedige maaltijden opgediend. De duivel zorgde ervoor dat de voorraad nooit opraakte en hij mengde zelf de wijn. Er werd gedanst, gezongen en gevloekt tot in de vroege morgen.

Vanwege het liederlijke gedrag van de monniken verzwolg de aarde tijdens een onweer het klooster. Op gezette tijden zouden de klokken van het klooster nog te horen zijn en zouden de geesten van de monniken verschijnen.

Bij de sage kan worden opgemerkt, dat er vlakbij een complex grafheuvels ligt en dat verhalende elementen rond duivels en in de grond verzonken zaken vaak met een (hier inderdaad aanwezige) oude grenslijn samengaan.

Vanaf de Germaanse tijd was het een plek van samenkomst. Bekend is dat op plekken waar voorheen heidense godsdienstplechtigheden werden gehouden, vaak kerken of kloosters gebouwd werden. Tot in de 19e eeuw werd op deze plek de Solsche kermis gehouden die na jaren van dronkenmantaferelen en messentrekkerij van overheidswege verboden werd.

Ook zou op deze plek in de oudheid zonneverering hebben plaatsgevonden. Het Solse Gat is daarom een populaire bestemming voor New Age’ers en wichelroedelopers, zij menen hier leylijnen te vinden. Volgens gereformeerde politieke partijen vindt er een satanistische Walpurgisnachtviering plaats bij het Solse Gat. Vanuit deze visie pleiten deze partijen voor een verbod op een dergelijke viering.

De Laak

De Laak, een bochtig pad bij het Solse gat, gelegen op een gemeentegrens, is mogelijk ontstaan uit een smeltwaterdal. Bij opgravingen zijn aardewerken urnen gevonden, typisch voor het ooit door grote delen van Europa verspreide klokbekervolk, te dateren tussen 2600 en 2100 v. Chr.

En meer…

Verder is er nog veel te doen in de omgeving afhankelijk van de interesse: Maria Hoeve, Putter stoomgemaal, De 10 maten, geitenboerderij, pluktuinen, theehuizen of wildspotten,